Wat is leukemie?

Bij leukemie is er sprake van ongecontroleerde deling van witte bloedcellen (leukocyten). Witte bloedcellen zijn betrokken bij de afweer tegen bijvoorbeeld infecties. Ze sporen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen op en vernietigen deze.

 

Gevolgen

Door de ongecontroleerde deling rijpen de witte bloedcellen niet goed uit. Er ontstaat een overproductie van afwijkende witte bloedcellen. Deze hopen zich eerst op in het beenmerg. Daarna verspreiden ze zich via het bloed door het lichaam. Bepaalde weefsels, zoals lymfeklieren, milt of lever, raken overvol en zetten daardoor uit. De woekering van witte bloedcellen verhindert de aanmaak van andere bloedcellen, bijvoorbeeld rode bloedcellen.

 

Acute en chronische leukemie

Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen niet uit en vindt in korte tijd ophoping van cellen plaats. Binnen enkele weken treden klachten op.

Bij chronische leukemie rijpen de witte bloedcellen nog redelijk uit. Het kwaadaardig proces verloopt trager dan bij acute leukemie. Klachten blijven hierdoor langer uit.

In Nederland krijgen per jaar ongeveer 1100 volwassenen de diagnose leukemie.

Bij ongeveer 600 mensen gaat het om acute leukemie.

 

Typen acute leukemie

Er zijn twee typen acute leukemie:

Het verschil is gebaseerd op het type witte bloedcel dat woekert.
Het onderscheid is van belang voor de behandeling en de vooruitzichten.

 

Klachten

Bij acute leukemie ontstaan de klachten binnen korte tijd.
De meest voorkomende eerste klachten zijn:

In een gevorderd stadium kan ophoping van leukemiecellen in organen klachten veroorzaken.

Onderzoek

De volgende onderzoeken zijn nodig:

Vervolgonderzoek bestaat uit:

Behandeling

·         Doel

Het doel van de behandeling van mensen met acute leukemie is de vernietiging van abnormale witte bloedcellen. Men spreekt van dan van remissie: er zijn geen leukemiecellen meer aantoonbaar. Dan kan het beenmerg weer voldoende normale bloedcellen maken.

·         De behandeling bestaat uit:

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling met celdeling-remmende medicijnen (cytostatica). Patiënten met leukemie krijgen meestal een of meer intensieve cytostaticakuren. De cytostatica vernietigen abnormale cellen in het beenmerg. Maar ook het aantal normale bloedcellen vermindert. Hierdoor is de kans op infecties en bloedingen groter. Na 2 à 3 weken verminderen deze risico?s. Dan komen er weer voldoende gezonde bloedcellen vrij.

Onderhoudsbehandeling

De eerste jaren is er een vrij groot risico op terugkeer van de ziekte (recidief). Onderhoudsbehandeling vermindert het risico hierop. Deze behandeling bestaat uit een onderhoudsbehandeling met cytostatica.

Behandeling van het zenuwstelsel

Bij acute lymfatische leukemie vermindert de kans op terugkeer van de ziekte als aparte behandeling van het zenuwstelsel plaatsvindt. Dat gebeurt door inspuiting van cytostatica in het ruggenmergkanaal, of soms rechtstreeks in de hersenholtes. Soms is een combinatie met bestraling van het hoofd nodig (radiotherapie).

Bijwerkingen van chemotherapie

De bijwerkingen van chemotherapie kunnen heftig zijn.
Het kan gaan om:

·        bloedingen

·        infecties

·        misselijkheid

·        braken

·        diarree

·        haaruitval

Vanwege infectiegevaar door sterk verminderde weerstand en een grote kans op bloedingen, zal soms verpleging apart van anderen plaatsvinden.
Ook is bacteriearme voeding nodig.

Misselijkheid en braken zijn tegenwoordig vaak goed te bestrijden met medicijnen.

De bijwerkingen verdwijnen doorgaans geleidelijk nadat de behandeling is beëindigd.Vermoeidheid kan lang aanhouden en na langere tijd nog optreden.

Gevolgen op lange termijn

Mogelijke gevolgen op lange termijn:

·        onvruchtbaarheid, zowel bij mannen als bij vrouwen

·        vervroegde overgang

·        schade aan organen, bijvoorbeeld doof gevoel aan handen en voeten, verminderde spierkracht of geheugenproblemen door beschadiging van het zenuwstelsel.

Met het oog op mogelijke onvruchtbaarheid na behandeling kan het invriezen van sperma voorafgaand aan de behandeling zinvol zijn. Bij een eventuele kinderwens na de behandeling is er dan gezond sperma beschikbaar. 

Beenmerg- of stamceltransplantatie

Jongere patiënten die goed reageren op chemotherapie komen in aanmerking voor een zware vervolgbehandeling met cytostatica. De middelen die dan worden gebruikt, vernietigen naast kankercellen ook het gezonde beenmerg. Hierdoor zijn er geen stamcellen meer, waaruit zich gezonde bloedcellen ontwikkelen. Deze behandeling is daarom alleen mogelijk in combinatie met beenmerg- of stamceltransplantatie. Hierbij vindt toediening van stamcellen plaats. Deze behandeling is zeer ingrijpend en gebeurt alleen in gespecialiseerde centra.

 

Actuele ontwikkelingen

Met DNA-onderzoek zijn afwijkingen aantoonbaar die kenmerkend zijn voor een bepaald soort leukemie. Behandelingen sluiten hierop aan.

Nieuw is een behandeling waarin men antistoffen koppelt aan een cytostaticum (immunotherapie). Hierdoor kan het cytostaticum de leukemiecellen gericht aanvallen terwijl het normale cellen nagenoeg spaart.

Bij een type acute myeloïde leukemie lijkt een vitamine A-preparaat de ziekte terug te kunnen dringen.

Het gaat hier om wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe behandelingen.

 

Verloop

De kans op genezing van acute leukemie varieert van 15 tot 50%. In het algemeen geldt dat kinderen en jonge mensen een grotere kans op genezing hebben dan ouderen. Succesvolle beenmerg- of stamceltransplantatie verhoogt de genezingskans.

Als de ziekte na verloop van tijd terugkeert, is in een aantal gevallen toch nog remissie (terugdringen van de ziekte) te bereiken.

Wie 5 jaar na behandeling nog vrij van ziekteverschijnselen is, heeft grote kans op definitieve genezing.

 

Pijn

Meestal heeft iemand met acute leukemie geen of weinig pijn. Wel kunnen bij acute myeloïde leukemie pijn in tandvlees, botpijn en hoofdpijn optreden. Heeft u pijn, aarzel dan niet om dit met uw behandelend arts te bespreken.

 

Oorzaken

De oorzaak van acute leukemie is nog grotendeels onbekend. Wel zijn er enkele factoren die mogelijk verband houden met het ontstaan van leukemie

Risicofactoren

Mensen die beroepshalve regelmatig blootstaan aan bepaalde chemische stoffen, zoals benzeen, hebben een verhoogd risico op leukemie. Hetzelfde geldt voor blootstelling aan een grote hoeveelheid radioactieve straling. Een klein percentage, ongeveer 3%, van mensen die vanwege een andere kanker zijn behandeld met chemotherapie en bestraling, krijgen na een aantal jaren leukemie.

Erfelijkheid

Er zijn enige aanwijzingen dat bij sommige vormen van leukemie erfelijk bepaalde aanleg van invloed is.

Net als alle andere vormen van kanker is acute leukemie niet besmettelijk.

Begeleiding

Mensen met acute leukemie en de mensen in hun directe omgeving maken vaak een moeilijke periode door. Praten over zorgen en problemen kan moeilijk zijn, maar biedt vaak wel belangrijke steun.

 

Voor meer informatie over dit onderwerp zie de site www.kankerbestrijding.nl

 

 

 

terug naar de homepage